Bij het afsluiten van een hypotheek of de keuze voor een volgende rentevaste periode wordt er steeds vaker gekozen voor een variabele rente of termijn van maximaal één jaar. Dit blijkt uit een analyse door De Nederlandsche Bank. Een jaar geleden koos een ruime meerderheid juist voor 20 jaar vast, of langer.

Het zal niemand zijn ontgaan: de hypotheekrentes zijn dit jaar fors gestegen. Waar die naartoe gaan is eigenlijk niet te zeggen. Anders dan de ‘korte’ rente die de Europese Centrale Bank doorrekent aan commerciële banken, en waarover veel in het nieuws komt, hangt het tarief voor hypotheken samen met de rente op de kapitaalmarkt. De ‘10 jaars’-rente daarop is juist de afgelopen maand weliswaar weer met ruim een vijfde gedaald (tussen 24 oktober en 23 november). Vergeleken met vorig jaar november, toen de rente nog negatief was, is de 2% van nu vergelijkbaar met die van eind november 2013.

Bijna 50% meer korte contracten
Volgens DNB werd er in september van dit jaar door banken voor ruim € 1,0 miljard aan nieuwe hypotheken verstrekt met een variabele rente of een rentevaste periode van maximaal één jaar. Ten opzichte van augustus was dat een stijging van 7%. In vergelijking met januari van dit jaar is dat bijna anderhalf keer zoveel (+47%). Binnen de rentevaste perioden zoals DNB die indeelt, is dit de sterkste procentuele toename in de totale waarde van nieuw verstrekte hypotheekleningen.

Minder geleend voor hypotheek
Nemen we alle rentevaste perioden mee dan zien we dat het totaalbedrag van door banken verstrekte nieuwe hypotheken sinds de start van dit jaar met 16% is gedaald. Betrof dat in januari nog € 6,8 miljard, in de maand september was dat ruim een miljard minder (€ 5,7 miljard). De grootste daling (ruim 40%) vindt plaats bij leningen met een rentevaste periode van langer dan tien jaar.

Nu een lagere rente
Sinds begin 2022 stijgt de hypotheekrente snel, na een jarenlange daling. Door de zeer lage rente van de voorbije jaren was het voor huizenkopers aantrekkelijk om de hypotheekrente voor een langere periode vast te zetten. Je bent dan jarenlang verzekerd van lage rentelasten, ook als de rente weer zou stijgen.

Nu de rente snel steeg, leggen meer nieuwe huizenkopers de rente voor een kortere periode vast. Een kortere periode zorgt in de regel ook voor een lager tarief dan bij een lange lange rentevaste periode. Op de korte termijn drukt dat de maandlasten van de hypotheek nog wat, hoewel de korte rente nu al snel hoger is dan de lange van een jaar geleden.

Straks hogere lasten?
Of je voor eenzelfde woning dit jaar alsnog start met hogere hypotheeklasten dan een jaar geleden is mede afhankelijk van welke prijs je weet uit te onderhandelen met de verkoper. Daarvoor is nu wel wat meer ruimte signaleren makelaarsverenigingen. Maar hoe die nu wat lagere korte rente op termijn uitpakt? Dat blijkt pas aan het einde van je rentevaste periode.

De toekomst is ongewis, dus laat je altijd goed voorlichten door je adviseur over de mogelijke scenario’s en hoe je je tegen diverse risico’s indekt. Bijvoorbeeld met de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), als de woning niet te duur is. Mocht je dan onverhoopt de hypotheek niet meer kunnen betalen dan is er hulp en blijf je bij een gedwongen verkoop van de woning niet ook nog met een hypotheekschuld achter. De grens van NHG gaat per 1 januari met € 50.000 omhoog naar € 405.000  — of tot 6% meer als je daarmee energiebesparende maatregelen financiert. Daarnaast zijn er natuurlijk verzekeringen, tegen overlijden, arbeidsongeschiktheid, enzovoort. Bespreek die.

 

Bron: Nationale hypotheekbond