Hypotheeknormen 2023: iets meer hypotheek voor meeste huishoudens

De meeste huishoudens kunnen in 2023 iets meer lenen voor de aanschaf van een woning, als rekening wordt gehouden met de verwachte loonstijgingen. Voor tweeverdieners telt het tweede inkomen vanaf 2023 volledig mee bij bepaling van de maximale hypotheek. Daarnaast is het kabinet van plan de normen in 2024 aan te passen voor het meewegen van studieschulden en de energiezuinigheid van de woning.

Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge (foto) schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer: “De meeste huishoudens kunnen volgend jaar verantwoord iets meer lenen voor een woning. Dit komt vooral door de verwachte loonstijgingen en de koopkrachtmaatregelen van het kabinet.

Het is belangrijk dat mensen een huis kunnen kopen dat zoveel mogelijk past bij hun wensen en persoonlijke situatie. Tegelijkertijd moeten huishoudens voldoende geld overhouden voor andere essentiële uitgaven als boodschappen en energie. De jaarlijkse actualisatie van de leennormen is een goed systeem om te voorkomen dat huizenkopers te veel lenen en hun hypotheek niet meer kunnen betalen.”

Maximale leenruimte
Indien rekening wordt gehouden met de door het CPB verwachte loonstijging van 3,7% en een gelijkblijvende rente, kunnen de meeste huishoudens volgend jaar iets meer lenen.

De Jonge: “Zonder loonstijging daalt de maximale leenruimte voor alle huishoudens. Wijzigingen in de hoogte van de rente hebben ook invloed op de hoogte van de hypotheek.
Het afgelopen jaar is de hypotheekrente fors gestegen wat een negatieve invloed heeft gehad op de maximale hoogte van de hypotheeklening.

Zoals gebruikelijk, heeft het kabinet de leennormen voor 2023 vastgesteld op basis van het onafhankelijk advies van het Nibud.”
Volledig meetellen tweede inkomen

Hypotheekverstrekkers kunnen vanaf 2023 bij tweeverdieners het tweede inkomen volledig meenemen bij de bepaling van de maximale hypotheek. Het Nibud heeft dit geadviseerd. Dit jaar weegt het tweede inkomen nog voor 90% mee.

Het zwaarder meewegen van het tweede inkomen van tweeverdieners voorkomt dat de leencapaciteit van tweeverdieners terugloopt als gevolg van de afbouw van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. De impact van deze wijziging op de leenruimte is beperkt. Tweeverdieners kunnen gemiddeld over alle inkomens zo’n 3200 euro meer lenen dan wanneer het tweede inkomen voor 90% wordt meegeteld.

Nieuwe methode meewegen studieschulden
Het kabinet heeft het voornemen om in 2024 over te stappen naar een nieuwe methode om de invloed van studieschulden op de leenruimte van oud-studenten te bepalen.

In het coalitieakkoord is vastgelegd dat voor starters de actuele stand van de studieschuld bepalend wordt bij het aanvragen van een hypotheek. Dit moet oud-studenten die extra hebben afgelost meer ruimte bieden om te lenen.
De Jonge: “Het Nibud constateert namelijk dat de huidige methodiek een accuraat beeld geeft van de maandelijkse lasten die horen bij een studielening wanneer een oud-student niet extra heeft afgelost – dus naast de reguliere aflossingen – op de studieschuld. Maar in situaties waarin wél extra is afgelost op de studieschuld, kan de huidige methodiek leiden tot onnodige beperking van de leenruimte. Daarom adviseert het Nibud om de mogelijkheid uit te werken om per 1 januari 2024 over te stappen op een methode gebaseerd op de actuele maandlasten van de studielening.”

Differentiatie leennormen naar energieverbruik
De Jonge: “Het kabinet is van plan om vanaf 2024 bij de vaststelling van de maximale hypotheek meer rekening houden met het uiteenlopende energieverbruik van woningen.

Bij de aankoop van een woning met een laag energieverbruik of bij het nemen van energiebesparende maatregelen, kan de consument verantwoord een hogere hypotheek aangaan.

De maandelijkse energielasten zullen voor deze consument namelijk relatief laag zijn. Het Nibud adviseert om bij de uitwerking goed te kijken naar enkele punten rondom het gebruik van het energielabel. De ministeries van BZK en Financiën zullen deze punten samen met de sector uitwerken.”

Wil je weten wat dit in jouw situatie betekent en hoeveel hypotheek jij nu kan lenen? Voor het kopen van een woning, het oversluiten van je hypotheek of het verhogen van je bestaande hypotheek voor bijvoorbeeld verduurzaming van je huis?Maak een vrijblijvende afspraak met één van onze hypotheekadviseurs.

Door met lagere hypotheekrente, of voorkom een hogere

Dóór met lagere hypotheekrente, of voorkom een hogere

Met ruim 3% ligt de huidige hypotheekrente vér beneden de 13% van begin jaren tachtig. Wie korter terugkijkt, vergelijkt echter met nóg lagere markttarieven. Of die ooit weer terugkomen is niet duidelijk. Wel wat je nu of dan kunt doen om je hypotheekrente te verlagen of zeker te stellen.

In tien jaar tijd daalde het 10-jaars tarief van ruim 5% tot minder dan 1%. Sloot je de afgelopen jaren een hypotheek af dan tekende je dus vaak voor een ‘historisch lage’ rente. Logisch dat velen die meteen voor 20 of zelfs 30 jaar vastlegden. Vanaf eind vorig jaar ging het plots weer hard omhoog, met medio juli als voorlopige piek (op het niveau van acht jaar eerder). De afgelopen weken verlagen veel geldverstrekkers de hypotheekrentes weer wat. Wat betekent dat voor je huidige hypotheek als dat doorzet? Of als er een verdere stijging in het verschiet ligt?

Wat je kunt doen

Bij het afsluiten van een hypotheek spreek je af hoe lang de rente die je betaalt vastligt. Tijdens deze rentevaste periode hoef je niets te doen, maar soms is dat wel verstandig — zie hieronder. Loopt die periode af dan doet je geldverstrekker je een voorstel met nieuwe rentes, gekoppeld aan diverse termijnen. Je financieel adviseur kan je helpen bepalen wat gunstig is, én of de overstap naar een andere partij misschien voordelen biedt. Maar ook vóór die tijd kan een aanpassing van je hypotheek dus lonen. We onderscheiden vijf manieren.

“Steeg je woning in waarde dan kan je huidige rente mogelijk naar beneden”

Lagere tariefklasse

Ook wanneer de marktrente niet lager is dan wat je nu betaalt, kom je mogelijk toch in aanmerking voor een lager tarief. Dit geldt met name voor wie geen Nationale Hypotheek Garantie (NHG) heeft. Leende je namelijk ‘maximaal’ ten opzichte van de toen geldende marktwaarde van je woning dan rekent je geldverstrekker een risico-opslag. Soms ook als je wat minder leende. Er zijn diverse tariefklassen — boven de basisrente — gerelateerd aan hoeveel je restschuld is versus de actuele marktwaarde van je woning. Aflossen verlaagt je schuld, en de huizenprijzen zijn fors gestegen. Alle reden dus voor een gunstiger tarief voor jouw hypotheek?

Helaas passen niet alle geldverstrekkers hun tarieven tijdens een rentevaste periode automatisch aan als je aflost. En niet een doet dat spontaan als je woning meer waard werd. Een kwestie van zelf aan de bel trekken dus, of — beter nog — even overleggen met je adviseur. Die kent de voorwaarden, en die kunnen per geldverstrekker flink verschillen.

Hierna volgen drie manier waarop je kunt profiteren als de rente weer gaat dalen, of wanneer de huidige marktrente alsnog lager is die jij op dit moment betaalt.

Rentemiddeling

Daalt de marktrente (fors) onder wat je nu betaalt, dan is er vaak rente­middeling mogelijk. Je kiest dan een nieuwe rentevaste periode met bijbehorende rente. Omdat je wat wijzigt binnen je rentevaste periode berekent je geldverstrekker je daarbij wel een opslag. Daarmee ligt je nieuwe hypotheekrente tussen je oude hoge rente en dan geldende lagere marktrente. Vanwege de opslag zijn de overige kosten relatief laag. Je hoeft dus nauwelijks eigen geld aan te spreken.

Rentewijziging

Bij een gunstiger marktrente kun je ook kiezen voor een tussentijdse wijziging. Je gaat dan direct over naar de marktrente die hoort bij de nieuwe periode. Maar ook hiermee breek je je overeenkomst open, en daarvoor brengt de geldverstrekker je een ‘boeterente’ in rekening. Heb je eigen geld dan is een wijziging veelal gunstiger dan middeling, want het bedrag ineens is vaak lager dan de opslag gedurende de nieuwe periode. Bedenk wel of je dit bedrag kunt missen en of je er op een andere manier misschien meer rendement mee kunt behalen.

Oversluiten

Sterk gedaalde tarieven en onderlinge concurrentie deden veel huiseigenaren de laatste jaren wisselen van hypotheek. Je onafhankelijk adviseur kan uit veel aanbieders de voor jou meest gunstige kiezen — qua tarieven én voorwaarden. Je betaalt hem of haar wel advies- en bemiddelingskosten en moet langs de notaris, maar deze financierings­kosten zijn aftrekbaar. Dat scheelt dus minimaal 37%. Voordeel ten opzichte van een tariefs­wijziging is verder dat je de ‘boeterente’ mee kunt financieren en niet uit eigen geld hoeft te voldoen.

Verduurzamen

De stap naar een groen label voor je woning zorgt niet alleen voor lagere energielasten, meer comfort én een hogere verkoopprijs. Voor duurzame woningen hanteren diverse aanbieders ook speciale, lagere rentes. Misschien jouw huidige geldverstrekker ook? Zo niet, dan zullen wij er als onafhankelijk adviseurs hier rekening mee houden als tussentijds oversluiten of overstappen aan het einde van je rentevaste periode aan de orde komt.

Bron: Nationale hypotheekbond

Wil je weten wat jouw mogelijkheden zijn? Maak dan een vrijblijvende afspraak met één van onze hypotheekadviseurs.

Schrappen overdrachtsbelasting niet alleen voor starters

Schrappen overdrachtsbelasting niet alleen voor starters.

Het schrappen van de overdrachtsbelasting; op Prinsjesdag werd het officieel bekend gemaakt. Vanaf 1 januari 2021 hoeven starters op de woningmarkt geen overdrachtsbelasting meer te betalen wanneer zij een woning kopen.

Dat is goed nieuws. Deze regeling maakt het voor starters iets makkelijker om een woning te vinden op deze lastige woningmarkt.

Wat veel mensen niet weten is dat de regeling ook geldt voor woningkopers tot 35 jaar, die geen starter zijn op de woningmarkt en dus al eerder een woning hebben gekocht.

Wanneer je jonger bent dan 35 jaar en de overdracht van je gekochte woning vindt plaats in 2021, dan hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen.
Voorwaarde is dat je nog nooit gebruik hebt gemaakt van deze vrijstelling.
Op de aankoop van een woning van € 300.000,- scheelt dat al snel € 6.000,-.

Wil je meer weten? Neem dan contact met ons op.